Zaterdagochtend 9 uur
Yoga proefles. Fijne docente, fijne les, fijne groep. Heel erg fijn om onder de mensen, dorpsgenoten te zijn, na een hele week alleen zijn, zonder zelfs maar een telefoongesprek (ook al ben ik dat wel gewend en graag op mezelf).
Zaterdagochtend 10 uur
Flink overprikkeld en overbelast door de yoga muziek, de geluiden vanuit de ondergelegen fitnesshal, de nieuwigheid, al die mensen om me heen, en de lichamelijke inspanning. De dag is nog maar net begonnen, maar mijn koppie is al op, voelt beurs, alsof het een klap heeft gehad, en moet herstellen. Als ik nu iets anders ga doen, wordt het alleen maar erger.
Uitzieken
En dus moet ik nog twaalf uur vrijwel niksend door zien te komen. Slapen gaat niet. Lezen, handarbeiden of onkruid wieden zijn te belastend voor het neurovisuele systeem. Het is een kwestie van uitzieken, rusten, mediteren, navelstaren. Uur na uur. Een uur of vijf per dag is vaste prik, dagelijks, en dat is al veel. Alles wat erbij komt, is echt afzien. Eind van de dag hopelijk nog wel een flinke wandeling. Dat kan net, ook wandelen is een neurovisuele inspanning.
Voor velen is de yogales een rustpunt in de week. Voor mij is het het meest enerverende uurtje van de week, en dan nog too much. Na al die jaren vind ik het verschil nog steeds bizar groot.
Yoga muziek
De muziek was rustig volgens de docente. Inderdaad langzaam, eenvoudig en instrumentaal. Maar vergis je niet in de intensiteit en emotie die in die paar tonen worden gestopt, wat een lading dat is. Vergeleken met stilte is dat zeer prikkelrijk. Maar geen mens die anno 2024 stilte aandurft. Je zou er jezelf eens tegenkomen.
Ik broed op improvisaties die dit uurtje misschien net iets beter behapbaar maken. Misschien gewoon halveren. Misschien kan ik het van daaruit wel wat opbouwen. Al blijft het geluid een probleem.
Zaterdagmiddag 14 uur
Als ik na enkele uren rusten, op de terugweg van de supermarkt, mijn buurvrouwtje, buurmannetje en buurman tegenkom, ben ik fit genoeg om vol aandacht en enthousiasme even te kletsen over het behaalde voetbalkampioenschap van nummer twee. Van de kleinste krijg ik als altijd een innige knuffel, die me als altijd een beetje ontroert. En als ik als grapje aan de kersverse kampioen, die zich daar vast te oud en te stoer voor voelt, vraag of hij ook een knuffel wil, volgt er een 'ja' op een toon waaruit lijkt te spreken, dat hij zich al die tijd misschien wel een beetje buitengesloten had gevoeld, en een hug die niet onderdoet voor die van zijn zusje. Met zoveel liefde kom ik de volgende uren ook nog wel door.
Zelfbeheersing
En warempel, eind van de middag kan ik, weliswaar geholpen door een in zelfmedelijden gekocht shot suiker en cafeine in reepvorm, zelfs nog even een docu kijken. Het is maar tv, niet erg bezielend of zinvol in mijn ogen. En natuurlijk is die chocola helemaal niet slim. Maar hoe fijn kan het comfort van een beetje verdoving en gemakkelijke afleiding soms toch zijn. Natuurlijk is het slechts uitstel, geen afstel, van de benodigde herstelinvestering. Maar doordat ik zo overprikkeld ben, is ook mijn uithoudingsvermogen en zelfbeheersing zwakker dan normaal en overheersen impulsieve behoeftenbevrediging en korte termijn denken. Daar waar ik dat in neutrale toestand meestal veel beter op orde heb.
Alles bij elkaar toch een hoop disbalans na zo'n lesje balanceren. En het werd helaas nog erger. De bekende neerwaartse spiraal bleek weer in werking gezet. Alle knuffels ten spijt.
Zondagochtend twaalf uur
Ondanks nog vele uren rusten gisteravond en vanochtend, voel ik me vandaag uitgeput, down, nerveus, warrig, heb ik hoofdpijn, en gaan mijn gedachten dwangmatig en overbezorgd naar problemen in mij en de wereld om me heen. Niet doordat ik de moed laat zakken, maar door een 'technische storing' als reactie op de overbelasting, waar ik weinig invloed op heb. Veranderende hormonen doen er een schepje bovenop. Nog een dag uitzieken ligt voor me. Het waait hard, dus prikkelarm wandelen is er ook niet bij. Toch ga ik, want binnen wegkwijnen geeft nog meer stress.
De knuffel die ik gisteren van mijn buurtjes kreeg, geef ik nu mezelf. Net als lekker, maar heel gezond, voedsel. Daarmee, en met een beetje geluk straks even mozaieken, kom ik ook deze dag wel weer door, uiteindelijk. Morgen heb ik een belangrijke afspraak. Waarna ik weer opnieuw kan beginnen met uitrusten. Gelukkig verlopen niet alle dagen zo. Voor nu, is het niet anders.
Maar ik vind het zo in en in verdrietig, misschien zelfs wel tragisch, dat juist de (poging tot) verbinding met anderen, me zoveel leed berokkent.