De verbonden kluizenaar

Alleen en eenzaam. Dat zijn twee heel verschillende dingen. Ik breng, zeker sinds ik alleen woon, 97% van mijn tijd alleen door. Laat dat even tot je doordringen, want het is meer dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen.  En al mijn verhalen geven wellicht een andere indruk. Maar dat zijn uitzonderingsmomenten. Het overgrote merendeel van de tijd ben ik op mezelf, in stilte, zonder radio of tv. Mijn telefoon gaat zelden. En van een app-overload heb ik bepaald geen last. Er gaan dagen voorbij dat ik helemaal niemand spreek, soms enkele achter elkaar. 

Toch voel ik me niet vaak eenzaam. 

Hoewel ik dit vrij extreem vind, voel ik me geen kluizenaar. Er is ten slotte een medische reden. Ten tweede ben ik verre van mensenschuw. Integendeel. Ik ben tegenwoordig opener, spontaner en vrijer in contact dan ik ooit geweest ben. Door alle therapie en zeker ook de Ander Leven training, heb ik vele angsten en onzekerheden achter me gelaten. Ik kan ontzettend genieten van ontmoetingen met wie dan ook. 

Glimlachrelatie
Het is het hersenletsel dat veel en lange gesprekken, en samenkomsten, in de weg zit. Maar ondertussen maak ik wél vriendelijke opmerkingen tegen de postbode, grapjes met toeristen, en heb op het fietspad een bloedserieus tienminutengesprek met de man die net zijn vrouw verloren is. Met allerlei medewandelaars heb ik een oprechte glimlachrelatie (maar loop wel door). 

Eens in de twee maanden heb ik een goed, vaak bijzonder mooi, gesprek met mijn buddy van Ander Leven. Met dezelfde frequentie en kwaliteit spreek ik mijn vriendin. Mijn ex, die nog een dierbare vriend is, spreek ik om de paar weken even. Evenals mijn ouders. En ik geniet van de korte kletspraatjes en knuffels van mijn buurkindjes, die mij ook lief vinden. Van dat alles word ik blij.

In een hoekje
En het is, naar de omstandigheden, genoeg. De rest van mijn schaarse energie steek ik liever in maken en doen. Een einzelganger ben ik ook van nature. Zoals wel meer creatievelingen. Als kind zat ik al veel met mijn schetsboekje in een hoekje. Maar, als kind deed ik óók graag buiten verstoppertje met zijn allen. En nu zou ik graag op z'n tijd een etentje met vrienden, kletsavondje met vriendin en samenzijn met familie hebben. Maar, eerlijk is eerlijk, alsjeblieft niet te veel.  

Zelfzorg
Ook voor steun of van me af praten mis ik het contact zelden. Ik heb geleerd mijn problemen te dragen of op te lossen. En daarbij mijn eigen beste vriend én coach te zijn. Ik uit me als dat nodig is, fysiek of via creatieve wegen. En geef mijn kwetsbaarheid en emotionele noden meer kwalitatieve aandacht dan menigeen die niet uitgepraat raakt over zijn problemen. Het wordt lichter als je het zelf draagt. Als je dan deelt, gebeurt er iets heel anders, met jezelf en de ander. Iets heel moois. En is er echt iets verdrietigs, dan val ik met gemak mijn vriendin midden op straat huilend in de armen. Het is die gebalanceerde emotionele zelfzorg die maakt dat ik me nauwelijks eenzaam voel. 

Vervulling
Die zelfzorg gaat verder dan problemen. Het valt me op dat eenzaamheid bij mensen vaak ook gaat over gebrek aan zingeving en vervulling. Ze zijn niet verbonden met hun diepere verlangens en bezieling, en soms zelfs helemaal niet met hun eigen behoeften. Slecht voor jezelf zorgen en jezelf negeren, ja, natuurlijk maakt dat eenzaam. Proberen te doen wat ik met hart en ziel wil doen, vanuit mijn oprechte inspiratie, zowel in mijn creatieve als dagelijks leven, genereert een enorme levenslust en gevoel van verbinding met de wereld om me heen. 

Extravert en introvert
Voor sommigen is daarvoor het samen zijn met anderen nodig. Zij zijn extravert en zullen juist energie krijgen uit meer contacten, daar waar introverte mensen hun levensenergie meer uit hun innerlijke beleving halen. (al moet extraverse niet verward worden met vluchtgedrag). Voor de extraverte mens met hersenletsel, én de introverte mens, zijn er vele mogelijkheden om je te verbinden met de mensen om je heen, als praten te vermoeiend is. Al is het maar door iemand te verrassen met een kaartje, elkaar even vijf minuutjes te zien, of zwijgend samen iets te doen. 

Ook betrokken zijn bij de wereld kan gedoseerd en op vele manieren. Ik kook soms voor iemand die het even zwaar heeft. En als er gedoe is met de afvalcontainers ben ik degene die instructieposters maakt. Ik heb daar meer mee dan uitgebreid met de buurt klagen over wat een bende ze er wel niet van maken. Over vermoeiend gesproken.

Opnieuw opbouwen
Het is onduidelijk waar precies de grens ligt tussen natuurlijke aanleg en hersenletsel als oorzaak voor de behoefte aan afzondering. Maar het is in geen van beide gevallen een luxe. En dan is er nog zoiets als ontwenning. In twaalf jaar tijd heb ik me steeds meer teruggetrokken, om de hel van overprikkeling te vermijden. Vorig jaar volgde alleen gaan wonen. En nu ook nog het einde van mijn relatie. Waar eindigt dit? kun je je afvragen. En had dat niet anders gemoeten? Het is de vraag of dat gekund had. In elk geval is het zo gegaan. Opnieuw opbouwen zal niet makkelijk zijn.

Er vindt momenteel een voorzichting herstel plaats door de neurovisuele training bij Eye4Vision. Daarmee is er meteen ook een toename van contact, zowel met de trainers, als met mijn chauffeuses. Ik geniet daarvan, en van het in de wereld zijn. Er is dus zeker geen sprake van eindeloos terugtrekken. Tegelijk voel ik een sterke behoefte aan matiging. Om vitaal en in verbinding te kunnen blijven, blijft heel veel rust en vertraging nodig. Ruimte om alle opgedane prikkels te verwerken is en blijft essentieel. 

P.s.
Dit positieve verhaal is hoe ik het merendeel van de tijd ervaar. Daar tegenover staan wel degelijk momenten van intens gemis en verdriet om het nooit mee kunnen doen, nooit erbij kunnen zijn, nauwelijks samen kunnen zijn en altijd maar alleen en afgezonderd zijn. Maar dat is meestal als ik overbelast en uitgeput ben, en daardoor geen verbinding meer kan voelen met mezelf of wie of wat dan ook. Rust is dan altijd de oplossing. 

Juist afzondering brengt de verbondenheid terug.