Keihartelijk begrensd

De eerste keer dat ik haar en passant sprak, vertelde ze dat ze net gescheiden was. Alleenstaande moeder nu. Haar kind nog maar om de week bij zich. De andere weken moederziel alleen. Groot verdriet welde op in haar ogen. Ik moest het gesprek afkappen. Mijn hersens konden het luisteren niet volhouden.

Bij de tweede ontmoeting vertelde ze dat ze nu ook in de ziektewet zat. En dat... Ik gaf aan dat ik opnieuw niet naar haar verhaal kon luisteren. Met grote spijt. Zij begreep dit.

Toen ik haar de vierde keer sprak, moest ze kwijt dat ze in grote financiele problemen zat. Waardoor precies weet ik niet. Want de volgende ochtend had ik mijn eigen peperdure revalidatietherapie waarvoor ik mijn energie moest sparen. Ik beeindigde weer het gesprek. Weliswaar na een spijtbetuiging, knuffel en bemoedigende woorden. Maar wat voelde het hard. "Wat rot voor je, succes, doei"?

Die vierde keer zag ik haar, omdat ik een bakje bij haar terug bracht. Een bakje waarin taart had gezeten, die ik bij de derde ontmoeting van haar gekregen had, als dank voor een maaltijd die ik voor haar gekookt had. De maaltijd had ik haar na de tweede ontmoeting aangeboden in een lief, bijzonder en inspirerend kaartje, dat aansloot bij iets wat ze gezegd had. Het had haar sterk ontroerd.

Ik heb mijn grenzen bewaakt. En mezelf noodzakelijke zelfzorg gegeven. Krachtig.

Zij voelt zich gehoord, ook al heb ik niet lang naar haar geluisterd. Ze voelt zich niet in de steek gelaten, ook al maakte ik drie keer een keiharde keuze.

Je kunt altijd iets doen. Als je echt wilt, is dat voelbaar, hoe klein ook het gebaar.

Natuurlijk heb ik gepiekerd of ik niet meer kon en moest doen. Maar daar heb ik kortemetten mee gemaakt. Het antwoord na beraad met mijn innerlijk kompas was in dit geval nee. Eerlijke zaak.

Ad: Twee maanden later realiseer ik me dat als je, zoals ik, óók nauwelijks over je eigen problemen, of over gezellige dingen met mensen praat (ook niet als je daar enorm behoefte aan hebt), simpelweg omdat je daar ook de energie niet voor hebt, dan toch echt wel een achterlijke gladiool bent, om je over bovenstaande situaties diep schuldig te voelen (wat ik stiekem soms toch ook wel doe).