Een heftige kleurenwissel

Opeens komt er verdriet opzetten. Midden in de blijdschap om mijn zo gewenste, maar niet meer verwachte, herstel. Verdriet over de zwaarte van al die jaren. Verdriet dat ik al zo vaak gevoeld en geuit heb. Maar nu ik er niet meer midden in zit, komt er blijkbaar ruimte voor een andere gevoelslaag, die ik niet kan verwoorden. Of misschien is het meer een nieuwe ruimte voor de emotie om in te bewegen. Een nieuw stadium in verwerking.

Er ontstaat ook een nieuw perspectief op de hele situatie. Mijn eigen besef en erkenning van mijn kwetsbaarheid is altijd ruimhartig geweest. Maar toch, nu ik opkrabbel, al zoveel meer kan en ook nog steeds zoveel niet kan, oogt de miniemheid van wat ik al die tijd kon onvoorstelbaar. Nu de lijdensdruk verlicht wordt, zie ik van een afstandje nog duidelijker hoe groot hij was. Ik voel het minder, ik zie het beter.

De ontwikkeling en winst zijn enorm. Je zou verwachten dat ik deze dagen voortdurend op wolken loop, met elke stap vooruit die ik zet. Maar zo simpel is het niet. 

Het is -ook- een heftig veranderingsproces.

Omgeven met onzekerheden. Wie was ik, wie ben ik nu, wie word ik? Je bent meer dan wat je doet of kunt doen. Als ik de afgelopen jaren iets gevonden heb, is het wel de verbinding met mijn kern, mijn ziel. Maar toch bepaalt je activiteit vergaand je dagelijkse ervaringen en daarmee een groot deel van je gedachten, gevoelens, stemming. Je omgeving bepaalt hoe dan ook je referentiekader. Zoveel jaren onder een steen hebben dat refentiekader nogal gekleurd. Ik ben gaan houden van de pasteltinten die achter de felle kleuren van vroeger schuil bleken te gaan. Ik wil niet dat ze opnieuw overschreeuwd raken. Maar ik ben ook nieuwsgierig welke nuances mijn palet nog meer kan mengen. Alleen maar licht en zacht is verstikkend eenzijdig.

Steeds weer heb ik mijn voorkeuren, mijn verwachtingen en uiteindelijk mijn levensvisie, waarden en normen en zelfs mijn identiteit vergaand bijgesteld als gevolg van de enorme beperking van mijn bewegingsvrijheid. En nu keert dat proces zich ineens om. Word ik weer wie ik vroeger was? Vast niet. Maar wat van vroeger komt wel terug en wat niet? Wat van de afgelopen dertien jaar blijft en wat niet? Wat ga ik ontdekken en creeren in de zee aan mogelijkheden die voor me ligt? Een zee waarvan de uiteindelijke omvang nog volkomen ongewis is. Want ik ben er nog lang niet. Ik ben pas net begonnen. 

De toekomst is altijd onzeker. Maar zoals een ernstig zieke zich meer dan normaal bewust is van zijn sterfelijkheid, zo ben ik mij nu extra bewust van de onvoorspelbaarheid van het leven. Een openheid en vloeibaarheid die zich intensiveert bij alle veranderprocessen. Dit proces zit zeer dicht op mijn huid. Sterker nog, het zit er letterlijk onder. Met verstrekkende gevolgen op elk terrein van het leven, van de grote keuzes tot in de kleinste en banaalste details. 

Nu ik mijn gevoelens en gedachten hierover wat orden en uit, voel ik dat de overweldiging weer plaatsmaakt voor de verdwaasde vreugde en de gretigheid. Naar de toekomst, naar het avontuur. Tegelijk is het alsof op de een of andere manier het geluk van dit alles niet echt tot me doordringt. Alsof ook dat pas achteraf helder zal worden. Het voelt ongrijpbaar. Ik kan niet bevatten wat er gebeurt, zo groot is het. Ik voel ook angst om de controle te verliezen. Mezelf te verliezen. 

Dus neem ik mezelf bij de hand. We doen het samen, mijn ziel, ego en ik. Stapje voor stapje. In het juiste tempo. Waarin licht en zacht én helder en pittig niet uit het oog verloren worden. Én er ruimte is voor experimenteren met nieuwe nuances.