"Ja maar dat kan ze wel?!" Het is een van de meest gevreesde zinnetjes uit mijn leven.
Sommige mensen denken, dat als ik op adrenaline een urgent probleem oplos, ik ook wel structureel kan werken. En dat als ik een blog schrijf dat spontaan komt opzetten als kakken, dat betekent dat ik ook gewoon dat bezoek kan ontvangen.
Met soms (er zijn gelukkig ook veel mensen die het heel goed begrijpen!) als gevolg scheve gezichten en totaal verstoorde relaties. En instanties die denken me te moeten pushen, omdat ik immers laat zien dat ik meer kan dan ik zeg te kunnen. Het ergste van alles: wantrouwen.
Kramp
Het maakt dat ik soms bang ben om iets leuks te doen, als ik een goed moment heb. Dat ik op mijn hoede ben, hoewel ik me daar ook overheen zet, want zo wil ik niet leven. Ik vertrouw op mijn eigen integriteit en dat dit afstraalt op mijn relatie met de wereld om me heen. Ik moet bekennen dat de problemen die ik hier in het verleden mee heb gehad, waarschijnlijk vooral gevoed zijn door mijn eigen angst hiervoor, waardoor ik in een kramp zat en mijn integriteit juist verloor.
Begrijpelijk
Toch vind ik het goed om eens op een rij te zetten waardoor dat scheve beeld ontstaat, want het is heel begrijpelijk in de praktijk.
- Informatie opnemen kost mij tien keer zoveel energie als me uiten. Niet omdat ik geen interesse heb in andere mensen en onderwerpen, in tegendeel, maar omdat door het hersenletsel juist het opnemen van informatie en prikkels ernstig verstoord is.
- Ik heb goede en slechte momenten en de afwisseling daarvan verloopt volkomen grillig en grotendeels zonder dat ik daar controle over heb. Daardoor kan ik het ene moment meer dan het andere. Dat komt soms slecht uit en soms goed.
- Mijn energie verloopt van nature sterker in pieken en dalen dan gemiddeld. Daarbij heb ik soms een hypomanie, een soort lichte vorm van een manie, waarbij ik in een onbedwingbare flow van inspiratie raak en in korte tijd heel veel produceer.
- Het hersenletsel versterkt de pieken en dalen. Als ook mijn gebrek aan zelfbeheersing in de pieken en vermogen om te doseren. Juist door overprikkeling wordt het moeilijker om terug te schakelen, omdat mijn systeem in de overlevingsstand schiet, terwijl dat juist dan hard nodig is. Ik heb hier uitentreure aan gewerkt in therapie en mezelf al die jaren vervloekt omdat het nooit lukte. Nu weet ik dat het een direct gevolg is van hersenletsel. Wat een feest van herkenning was het om dit te horen van lotgenoten en de neuro-optometrist.
- Ik ben erg stressgevoelig en schiet bij problemen snel in de vecht-vlucht stand. Op die adrenaline kan ik veel doen, gevoed door het gevoel van levensbedreigende urgentie.
- Al het bovenstaande heeft achteraf hevige klachten tot gevolg. na elke piek volgt een dal.
- Mijn klachten en dalen zijn niet zichtbaar voor anderen. De pieken leveren iets zichtbaars op, de dalen zijn volledig uit beeld van mensen, want dan trek ik me terug. Wij mensen zijn visueel ingesteld. Wat mensen zien, blijft veel sterker hangen dan wat je ze vertelt.
- Alle tijd dat ik moet rusten en herstellen, als voorbereiding op of ter herstel van een inspanning, zien mensen ook niet. Dat zijn vele, vele uren, waarin ik niets kan dan wat wandelen, mediteren of naar het plafond staren, omdat al het andere te veel vergt.
- Een deel van mijn klachten kennen mensen niet en kunnen ze zich niet voorstellen. Net zoals je iemand niet zou kunnen uitleggen hoe heftig erge pijn is, als diegene nooit pijn gevoeld heeft.
- Iets wat spontaan uit je inspiratie opkomt, of iets wat je ligt of heel leuk vindt, kost vele malen minder energie, dan iets wat je ok vindt, laat staan iets wat je moeilijk of onprettig vindt. Een gezond mens heeft voldoende vooraad hiervoor, ik niet.
- Voor iets wat erg belangrijk voor me is, zet ik vaker even door, en ben ik bereid meer tol te betalen achteraf, dan voor iets anders. Ik moet heel streng keuzes hierin maken. Ik kan niet en-en.
En ja, leuke, fijne, opbouwende dingen doen, mijn flow en inspiratie en bezieling volgen (mits gedoseerd), is onderdeel van mijn therapeutische dagstructuur. Ik zorg goed voor mezelf en kies vaker voor wat me energie geeft, dan voor wat me (veel) energie kost. Dat zou iedereen misschien wel meer moeten doen. Maar voor mij is het noodzakelijk. En ik kies voor mezelf.
Toch kies ik ook nog regelmatig voor het plezieren van een ander, ten koste van mezelf, of van iets wat belangrijk voor me is. Dat hoort er ook bij. Het is gewoon heel lastig om met zo'n ontzettend beperkte voorraad steeds te moeten kiezen tussen de allerbelangrijkste dingen in je leven. Uiteindelijk ben ik de enige die de balans kan opmaken. En die weet wat de precieze afweging is. Ik moet, en kan, op mezelf vertrouwen. En anderen zullen dat ook moeten.
Voor wie dat niet kan, of wil, is er geen plek in mijn leven. Waarbij een flinke coulance en geduld mijnerzijds echt wel op zijn plaats is, gezien al het bovenstaande. Het is heel begrijpelijk dat mensen aan het twijfelen worden gebracht. Maar als dat gebeurt, check het, bespreek het, en verdiep je in mijn ingewikkelde werkelijkheid. Zonder direct in verwijten te vallen, of het op te kroppen. Het is de enige manier om samen te kunnen leven met deze pittige uitdaging.
Dat kost al veel extra energie. Dus met negatief gedoe en geroddel, maak ik korte metten. Ik heb daar nare keuzes in moeten maken (en daar lang mee gewacht), met mensen die je niet uit je leven wilt hoeven zetten. Maar ik heb het wel gedaan. En dat voelt nog nog steeds verdrietig én honderd procent goed.